BRIEF 81 Congo, juni 1933
|

BRIEF 81 Congo, juni 1933

Kazimierz vertrekt uit Uvira, waar hij even op krachten was gekomen. Hij zou liefst per boot over het Tanganyikameer reizen maar als hij op 20 juni vertrekt is het daarvoor te stormachtig. Er zit niets anders op dan met twee dragers over de steile bergen rond het meer te trekken. Hij wordt dag na dag wanhopiger (en armer) en zijn geduld met zijn zwarte personeel geraakt op. Na twee weken loopt hij blootsvoets en naakt richting Albertville.

De tol van de reis

De tol van de reis

In een brief die Kazimierz schrijft bij het oversteken van de Limpopo, en de grens met Transvaal, lezen we hoe uitgeput hij op dat moment al is. Hij strompelt, verliest het bewustzijn, en ijlt vaak. Maar hij zet door en wil kost wat kost de kaap bereiken in Zuid-Afrika. In deze brief lezen we ook…

Een hopeloos dieptepunt

Een hopeloos dieptepunt

Albertville, 11 juli 1933 “Mijn liefste Maryś,  Het is al 10 uur ’s ochtends en ik weet niet hoe ik treffelijk uit mijn kamer moet komen. Ik moet op bezoek bij de grote bazen, maar als ze mijn kledij te zien krijgen zullen ze denken: “Wat een versleten man!”  Ik heb mijn schoenen gelijmd, maar…

Kazimierz Nowak bij de vuurtorenwachter van Naaldkaap

Kus de kinderen voor me (maar alleen als ze zich goed gedragen hebben)

Kazimierz is al meer dan twee jaar onderweg als hij het meest zuidelijk punt van Afrika bereikt met zijn fiets. Hij schrijft aan zijn vrouw dat het tijd is om terug naar het noorden te beginnen reizen. Het is tijd om afscheid te nemen van de Naaldkaap. Het is hier gezellig en rustig. De vuurtorenwachter…