Waarin Kazimierz een aanvaller de schrik op het lijf jaagt, op een royaal banket belandt en per boot naar de grens reist (in derde klasse).
Het is al nacht als ik de afdaling inzet van de woestijn naar de Nijlvallei. Ten zuiden van de nederzetting Edfu raken de steile berghellingen bijna het water. Plotseling hoor ik een luid gezoem. Instinctief laat ik mijn hoofd zakken en krijg zo’n klap op mijn schouder dat ik kerm van de pijn. Voordat ik kan bijkomen doemt de schaduw van een halfnaakte kerel voor me op. Hij heft opnieuw zijn dikke stok met beide handen in de lucht maar ik verschuil me achter mijn fiets en deze keer valt de klap op mijn bagage. Ik grijp mijn fietspomp die de aanvaller voor een vuurwapen moet aanzien want hij maakt meteen rechtsomkeert en verdwijnt in de duisternis. Gelukkig is mijn schouder niet gebroken maar zo’n pijn dat ik nauwelijks nog kan fietsen. Voor de eerste keer heb ik er spijt van dat ik geen wapen heb en dat ik machteloos moest toezien hoe mijn aanvaller ongestraft ontsnapte.
Voor wie het land per trein of onder begeleiding bezoekt, lijkt Egypte veilig. Maar dat is slechts schijn. Banditisme is hier wijdverbreid. Wat erger is, is dat de lokale bevolking de aanvaller of moordenaar nooit zal verraden. Wanneer een klacht wordt ingediend komt er een comité samen van politieagenten, gerechtsfunctionarissen en dokters dat het hele dorp ondervraagt. Ondertussen staat de bandiet brutaal toe te kijken met een spottende glimlach. Hij zal een paar dagen later zijn geluk opnieuw beproeven.
[…]
Dit is een fragment uit het boek.
Wil je op de hoogte blijven van de publicatie?
Vul het formulier in.
Hoewel het nacht is, straalt de hitte nog van de bergen omdat de zon die dag zo hevig heeft geschenen. Het voelt alsof een krachtige, hete adem in mijn gezicht blaast. Ik zit lange tijd stil en geniet van de vredige stilte die in de vallei hangt. Een paar dagen later eindigt mijn tocht door de Arabische woestijn in Aswan. Daar moet ik de Nijl per boot oversteken om Soedan te bereiken. Omdat een ticket in eerste klasse te duur voor me is, reis ik net zoals de bedoeïenen in derde. Bij het vallen van de avond verschijnen prachtig geklede dames naast heren in smokings op het dek van de eerste en tweede klasse. Zwarte bedienden zoeven voorbij met dienbladen vol met glazen sprankelende champagne en andere alcoholische dranken. Zorgeloos gelach en vrolijke muziek klinken terwijl de boot statig over het water vaart. We naderen langzaam Wadi Halfa, mijn volgende grensovergang. Ik begin mijn geld te tellen.
[i] Durra is is een graansoort die behoort tot het geslacht sorgo (Sorghum).Ook wel kafferkoren (Sorghum bicolor) of kafir genoemd. Het graan wordt vaak verhandeld onder de Engelse naam sorghum. Het werd 5.000 jaar geleden in Ethiopië gedomesticeerd, waarna het zich over Afrika heeft verspreid.