Waarin Kazimierz langs het Suezkanaal fietst, voor zijn lezers hasj uitprobeert en zijn bewondering uitspreekt voor de ordehandhavers.
In Kantara, aan het Suezkanaal, kom ik vast te zitten. Het is een verarmd stadje dat bestaat uit enkele bakstenen huizen die zijn gebouwd op het stuifzand van de Arabische woestijn. Hier en daar zie ik de silhouetten van de patrouillerende Palestijnse woestijnpolitie. Op hun dromedarissen doorkruisen ze de eindeloze zandduinen op zoek naar smokkelaars die hun leven riskeren en ook wel hun vrijheid – die grote bedoeïenenschat – voor een schamel blokje hasj. De nieuwsgierige lezer wil misschien wel eens weten wat die hasj precies is. Wel, het is gewoon een van die verdovende middelen die het menselijk organisme aantasten en die uiteindelijk leiden tot verlamming en de dood. Deels uit nieuwsgierigheid en deels vanuit de journalistieke plicht rook ik samen met een paar Arabieren dit gif. Na een kop goede zwarte koffie, krijg ik een pijp aangereikt die gora wordt genoemd. Het hele gezelschap begint de aromatische rook van de gloeiende tabak te inhaleren. Aan de tabak is een brokje hasj toegevoegd. Vrijwel onmiddellijk krijg ik een enorme hoofdpijn en zink weg in een gelukzalige, dromerige toestand. Tegenover mij krijgen de mannen uitdrukkingsloze, glazige ogen. Ik kijk naar beneden, naar het oosterse tapijt en kan niet bewegen, of spreken. Vluchtige, verrukkelijke visioenen dansen me voor de geest, als zwermen vlinders. Ik hoor hemelse muziek en de voorwerpen om mij heen beginnen te vervagen in wazige, kleurrijke vormen. Uiteindelijk lijkt het alsof ik in een paradijs ben. Ik heb geen gedachten en gevoelens meer. Er komt plots een licht briesje aangewaaid door de deuren die op een kier staan. Een sterkere windvlaag blaast ze open en het lawaai van de straat dringt het vertrek binnen. Een schitterende zon komt op boven de groene tuinen en een woud van masten steekt af tegen de roze gloed van die vroege ochtendhemel. Ik zie schuiten met gehesen zeilen over het kanaal zeilen. Het is een oriëntaalse droom.
Langzaam kom ik weer bij bewustzijn. Mijn metgezellen liggen uitgestrekt op het tapijt te snurken. Zo luid als de blaasbalgen van een smid. Een inlandse bediende stookt een vuurtje en daarboven schittert het zonlicht op een vat met water. Tegen de muur staat een rij pijpen te wachten op een nieuwe portie hasj.
[…]
Dit is een fragment uit het boek.
Wil je op de hoogte blijven van de publicatie?
Vul het formulier in.
Het Suezkanaal verkeert in crisis[i], net als de rest van de wereld. Er vallen ontslagen omdat de tarieven zijn gestegen na de devaluatie van het pond, en veel schepen kunnen zich de doortocht niet meer veroorloven. In het verleden voeren er duizenden schepen per maand door het kanaal, die elk honderden of zelfs duizenden ponden betaalden, afhankelijk van de vervoerde tonnage. De Suez Canal Company verdiende aanzienlijke winsten voor haar aandeelhouders. Zij betaalde tevens de lonen van de ambtenaren en arbeiders in elk van de dertien stations (die om de zes mijl over de gehele lengte van het kanaal zijn opgetrokken) maar ook van de baggeraars van het kanaal. Een speciale vloot peilschepen is voortdurend bezig met het meten van de diepte van het kanaal en begint, waar nodig, met baggerwerkzaamheden. Langs het kanaal loopt een mooie, geasfalteerde weg, een spoorweg en vele kilometers telegraafkabels en waterleidingen. Vliegtuigen doorklieven de lucht en over de oostelijke oever bewegen zich de karavanen. Hoewel het kanaal dus midden in de dorre woestijn lijkt te liggen, is het een van de meest vitale scheepvaartroutes in de wereld. Al decennia lang passeert hier de rijkdom van drie continenten. En stroomt de winst ervan rijkelijk naar Europa.
[i] De crisis van de jaren 1930 of de crisisjaren was de grootste economische depressie van de twintigste eeuw. Deze was een gevolg van de beurscrash van 1929, waarbij de aandelenkoersen op Wall Street (New York) ongekend snel kelderden. De crash werd gevolgd door een bankencrisis en een internationale schuldencrisis, waarvan de directe gevolgen vrijwel het gehele decennium voelbaar bleven.